Tja. Het ontslagrecht. Het brengt de gemoederen flink in bewegen de laatste tijd. Ook binnen Groenlinks. Ik las onlangs in Intermediair een interview met Femke Halsema, waarin ze zegt spijt te hebben dat ze het een ‘versoepeling’ van het ontslagrecht genoemd heeft, in plaats van een ‘verandering’. Ik denk dat ze daar gelijk in heeft, maar iedereen die de plannen echt goed gelezen heeft, moest al doorhebben dat het inderdaad om een verandering moest gaan. Dit blijkt ook wel uit de noodzaak voor haar plannen zoals die door Groenlinks beschreven is.
Naar mijn mening is de noodzaak inderdaad zeer hoog. Zoals Martin Pikaart al stelde: er is onrecht in het ontslagrecht geslopen. Niet bedoeld, maar als onbedoeld gevolg. In ieder geval staan grote groepen mensen aan de zijlijn van de arbeidsmarkt, zonder een reëel uitzicht op een vast arbeidscontract. Wat mij bijzonder opviel als voorzitter van het Netwerk Chronisch zieken & Gehandicapten, was de steun die ik kreeg toen ik voorstelde om de plannen van Femke Halsema en Ineke van Gent te steunen. Vrijwel iedereen die ik daarover sprak herkende onmiddellijk het probleem, veelal uit eigen ervaring. Als netwerk kregen we ook direct de steun van zowel de jongeren- als de ouderen-werkgroep. Jong, oud, ziek, zwak en misselijk: het zijn allemaal groepen die genoemd worden als ‘gevarengroepen’ voor het nieuwe ontslagrecht. Opvallend dat het juist die groepen zelf zijn, die wel oren hebben naar de nieuwe plannen. Ze zien de risico’s, maar willen er vooral over praten hoe die risico’s verminderd kunnen worden. De plannen als geheel: die steunen ze.
Als ik terugkijk op het debat, heerst er in mijn ogen ideeënarmoede bij het CDA. De argumentatie van Van Hijum omtrent het ontslagrecht kwam niet verder dan ‘een leven lang leren’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’. In beide punten zit zeker een kern van waarheid, maar op zichzelf zijn ze veel te mager om mensen aan bloot te stellen. Met alleen een leven lang leren kom je er niet.
De ideeën van Groenlinks daarentegen spraken me altijd wel aan rondom dit onderwerp, maar ik begin steeds meer het idee te krijgen dat ze bijzonder goed zijn. De meeste bezwaren die De Gier opperde, werden aardig beantwoord door de plannen van Groenlinks. De ‘Working Poor‘ worden tegemoet gekomen door arbeid goedkoper te maken (levert veel banen op) bij een veel hoger minimumloon. Het gevaar van de onbetaalde arbeid wordt tegemoet getreden door van mensen te verwachten dat ze participeren, maar dat dit veel breder mag zijn dan betaalde arbeid. Natuurlijk zie ik ook de risico’s, met name voor specifieke groepen, maar het basisidee van GL lijkt wel te zijn, dat werkloos zijn minder erg gemaakt gaat worden. Dat is dan ook het kader waarbinnen de plannen gelanceerd zijn, waarbij gezegd werd dat uit die plannen niet selectief ‘geshopt’ mocht worden. Tot nu toe maakt Groenlinks dat waar.
Wat me tenslote nog van het hart moet, is de lichaamstaal van Tineke Strik en Eddy van Hijum. Die maakte me trots om een Groenlinkser te zijn. Toen Erik de Gier op een gegevens moment het debat interrumpeerde, kwam hij met een vrij complexe uiteenzetting, die om enige toelichting vroeg. Zowel voor de zaal als voor de debattanten. Tineke Strik vergat daardoor bijna het debat en begon, gegrepen door het vraagstuk, meerdere malen door te vragen om precies te begrijpen waar het De Gier om ging. Daarbij schuwde ze niet te zeggen dat ze het in eerste instantie niet goed begreep, maar haar vragen waren er niet minder precies om. Eddy van Hijum heb ik gedurende die interruptie, die naar aanleiding van zÃjn uitspraken was, niet gehoord. Om eerlijk te zijn: ik vond dat hij er bij stond als een verveeld jongetje.