Dat wetenschap en dagelijkse ervaring soms ver uit elkaar liggen, is niet onbekend. Maar wie de laatste dagen de kranten leest, wordt hier weer eens aan herinnerd.
Voor de evolutionaire biologie is altruïstisch gedrag lange tijd een raadsel geweest. Waarom steken bijen zich dood? Dat biedt henzelf toch maar weinig voordeel. Dawkins gaf er in zijn boek ‘The selfish gene’ ((Dawkins, R, (2006/1976) The Selfish Gene 30th anniversary edition Oxford University Press)) een heldere verklaring voor: het gaat niet om het voordeel dat individuen hebben, maar het gaat om het voordeel dat je genen hebben. En een deel van je genen leven ook voort in je zussen (bij bijen), dus als je je leven geeft om hen te redden, leeft toch een deel van je eigen genen door.
Het NRC van gisteren ((NN, (31-05-2007)Mieren plaveien met eigen lijf een snelweg, NRC Handelsblad)) schrijft over de ontdekking dat een bepaalde mierensoort ‘gaten in de weg’ letterlijk met hun eigen lichaam opvullen. Sommige mieren offeren zichzelf dus op in de zoektocht naar voedsel, zodat andere mieren uit dezelfde kolonie veel sneller eten kunnen verzamelen, waardoor de kolonie als geheel een grotere kans heeft voort te blijven bestaan. Hierdoor leven ook de genen van de zich opofferende mieren voort, aangezien bijna alle mieren, net als bijen, dezelfde genen delen.
Hoe raadselachtig altruïsme in de wetenschap ook was, gevoelsmatig hebben we niet zoveel moeite met het begrijpen ervan. Ook de hedendaagse kranten staan er vol van, met betrekking tot de vandaag uit te delen donornier. De term ‘altruïstische donor’ was nieuw voor mij, maar ik blij dat ze bestaan. Hoewel we geneigd zijn personen die altruïstisch gedrag vertonen enigszins op een voetstuk te plaatsen, kijken we er niet heel raar van op.
Wat we veel moeilijker te begrijpen vinden, is wat er de laatste tijd geschreven wordt over wat er op seksfeesten in Groningen (en ongetwijfeld elders) gebeurde. Dit is volgens mij het tegenovergestelde van altruïsme: parasitisme, het schaden van anderen voor eigen gewin. Tal van verklaringen voor dit gedrag wordt gegeven, uiteenlopend van ‘eenvoudig’ crimineel gedrag, via SM, tot angststoornissen. Indringend is de verklaring dat HIV-patiënten anderen proberen te infecteren, zodat er op den duur meer mensen zijn met wie zij onbeschermde sex kunnen hebben.
Akelig genoeg heeft de evolutionaire biologie maar weinig moeite om dit soort gedrag te begrijpen. Het eigenbelang van de daders is hier wel duidelijk, zelfs als we de echte oorzaak nog niet kennen. Het contrast tussen het begrip van het gedrag van onze eigen menselijke soort en het begrip over het gedrag van andere dieren is groot. Nog altijd proberen we ons op zo veel mogelijk manieren te onderscheiden van de dierenwereld, die we zo goed denken te begrijpen. Terwijl de evolutionaire biologie de mens al lange tijd onder de dieren schaart. Voor protest over de verwarring die hierdoor ontstaat moeten we zijn bij Linneaus, de bedenker van het biologisch systeem ter ordening der soorten ((Voormolen, Sander (25-05-2007), Met twee woorden. Indelingssysteem van Linneaus houdt nog stand in DNA tijdperk NRC Handelsblad)).
Interesting connection, that one of altruism and asocial behaviour. Interesting as well might be to note that today’s models on the evolution of altruism do not work without the existence of memory, or police action. Indeed, the unique altruism that survives in an evolving population is the sort that remember (I am altruist to you, who have been altruist to me) or the one that punishes (if you are a parasite, you get costs associated to it).